Waarom kinderfysiotherapie?
Doelgroepen kinderfysiotherapie:
Babys (0 tot 2 jaar):
De behandeling van zuigelingen wordt in het algemeen aan huis gegeven, binnen de veilige omgeving van het kind. Centraal staan in de behandelingen hantering- en houdingsadviezen. Ouderinstructie neemt dan ook een belangrijke plaats in. De adviezen kunnen direct in de eigen situatie worden toegepast.
Peuters (2-4 jaar):
In deze periode kan een achterstand in de (motorische) ontwikkeling duidelijker worden. Het kind kan moeite hebben met lopen, rennen, springen, klimmen en klauteren. Een afwijkende stand van de voeten, benen, veel struikelen of vallen en alleen maar op de tenen lopen kunnen reden zijn om advies te vragen bij een kinderfysiotherapeut.
Ook bij het jonge kind zijn uitleg en adviezen aan de ouders/ omgeving een belangrijk aspect van de behandeling.
Kinderen in de basisschoolleeftijd (4 tot 12 jaar):
In de schoolleeftijd is de motoriek een belangrijk onderdeel van het sociale gebeuren op school, met vriendjes en leeftijdsgenootjes. De omgeving heeft een belangrijke signalerende functie (leerkracht, ouders). Het kan zijn dat het kind op het schoolplein en tijdens de gymnastiek niet goed mee kan doen met de bewegingsspelletjes. Het leren schrijven kan moeizaam verlopen. Het kind kan zich terugtrekken of faalangstig gedrag vertonen.
Jongeren ( 12 tot 18 jaar):
In de periode van de groeispurt en de puberteit vinden er veel lichamelijke veranderingen plaats. Houdingsafwijkingen komen in deze periode vaker voor. Hoofdpijnklachten, nek- en rugklachten kunnen voorkomen. Daarnaast kunnen er tijdens het sporten sneller relatieve overbelastingsklachten optreden (knieklachten, enkelklachten).